StamboomStory van Renée
Ik ging onderzocht mijn eigen roots. Hieronder lees je mijn StamboomStory, het verhaal op basis van de feiten en interpretatie van alle bevindingen uit mijn eigen stamonderzoek.
Uit privacyoverwegingen zijn te persoonlijke details weggelaten.
In de tijd – Hoe gegrond ben jij eigenlijk?
Ik heb de meeste wortels van mijn stamboom terug kunnen herleiden tot de (latere) middeleeuwen, tot zo rond 1550. Hier en daar ben ik in de 18de eeuw blijven steken. De vroegste voorouder die ik tot nu toe heb kunnen vinden, is geboren rond 1480 in een klein dorpje in het noorden van Duitsland, aan de kust met Denemarken.
Dat betekent dat ik diepe wortels kan voelen die tot bijna 550 jaar teruggaan. Dat voelt stevig gegrond.
Op oale groond – Van welke grond kom jij?
Het blijkt dat al mijn voorouders uit de Lage Landen komen. De definitie van de Lage Landen zoals die in de stammentijd gold. Dat is nu Nederland, België, Noord-Frankrijk en het Rijnland. Een bijzondere rivierendelta van vruchtbare grond, optimaal gelegen aan zee.
Laat het nou net zo zijn, dat mijn voorouders daar (bijna) allemaal ook echt vandaan komen. Eén wortel uit België, een paar wortels uit Noord-Frankrijk, drie wortels uit het Rijnland en de rest uit Nederland. De enige uitzondering is een wortel van vier generaties geleden: mijn grootvader was soldaat in het leger van Napoleon en kwam uit Zwitserland.
Dat betekent voor mij dat ik dus echt (groot) regionale roots heb en dat ik dus puur Keltisch/Germaans ben. De Germanen uit het noorden en de Kelten uit het zuiden. Daarom is het nu voor mij helder waarom ik mij zo verwant voel met deze stammen.
Leefwijze – Wat zijn jouw drijfveren en erfenissen?
Er is een duidelijk verschil tussen een landelijke tak en een stedelijke tak. Mijn vaders familie was stedelijk en komt uit de Randstad en steden zoals Amsterdam, Rotterdam, Haarlem en Leiden. Een interessant feitje: de naam Leiden is van origine Keltisch, afgeleid van de God Luch. Voor zover ik beroepen van mijn vaders tak heb kunnen achterhalen, waren zij vaklieden en winkeliers. Dat zegt mij dus dat ze creatief en commercieel waren, maar ook handelden en internationaal georiënteerd waren. Het verhaal van mijn overgrootmoeder bijvoorbeeld: zij was beroemd omdat ze als vrouw al rond 1900 met de auto van Leiden naar Milaan reed om inkopen te doen voor haar hoedenzaak.
Mijn moeders tak heeft meer landelijke roots en woonde voornamelijk in kleine dorpjes in Gelderland, Noord-Brabant en Zeeland. Ook de Belgische, Noord-Franse, Duitse en Zwitserse takken, woonden op het platteland of in kleine dorpjes. Duidelijk waarom ik nu zo gelukkig ben op het platteland en een voorkeur heb voor kleine dorpen. De beroepen van mijn moeders tak, waren ook vaker op het land. Of ze handelden in agrarische producten, zoals tabak, groente en fruit. Ook hier zitten vakmensen tussen, van bakker tot kleermaker tot schoenmaker en mutsenmaker. Dat lijkt nu niet bijzonder, maar in die tijd waren dat zeer gerespecteerde ambachtslieden. Daarnaast zitten in deze tak ook ambtenaren en bestuurders van gemeenten.
In beide takken komt er ook een enkele geestelijke voor, van rabbi tot pastoor. En alle godsdiensten zijn vertegenwoordigd. Joods, protestants (alle vormen daarvan) en katholiek. Dit feit is voor mij ook significant voor mijn identiteit, omdat ik gnostisch voel en ben. Ik geloof wel in de roots van de godsdiensten, de fundamentele waarden, maar voel mij niet aangetrokken tot één godsdienst.
Waarden – Welke waarden zijn belangrijk?
Een aantal waarden komen naar boven drijven. Ik zie het belang van familie (grote gezinnen), geloof (dopen), hard werken en ook community (geestelijken en ambtenaren). Een verdwaalde soldaat, reiziger en veel handelaren duiden ook op ontdekken en reizen.
Een bijzonder verhaal uitgelicht:
In mijn stamboom heb ik een voorvader gevonden die voor het VOC-kantoor in Middelburg werkte. Ik ben erachter gekomen dat Middelburg in die tijd, in de Gouden Eeuw (tot 1660), de tweede grote handelsstad was na Amsterdam. Dus mijn familie was actief in die internationale dynamiek.
Op de VOCsite: de Kamer van Zeeland Ik kan zo zien waar mijn voorvader werkte en begrijp meer van mijn eeuwenlange Zeeuwse roots. De verbinding met het water en de handel. Ik zie nu waarom ik zelf ook veel in Zeeland ben geweest en een tijd heb gevaren op cruiseschepen en zeilboten. Er zijn aan die kant van de familie nog veel meer zeilers.